Ieder mens heeft emoties
We zijn nu eenmaal gevoelswezens
Al op jonge leeftijd worden kinderen er mee geconfronteerd dat ze gevoelens moet relativeren, bagatelliseren, negeren of rationaliseren. Baby's en jonge kinderen zitten boordevol gevoel en zoeken hun weg om te leren omgaan met al die verschillende gevoelens en emoties. Een baby krijst nog vol overgave wanneer iets niet zint en het is natuurlijk onhandig om in je latere leven een keel op te zetten als je je zin niet krijgt. Een kind wil daarom graag leren omgaan met gevoelens en emoties.
Ouders hebben een grote invloed op het ontwikkelen van strategieën die je als kind gaat gebruiken om met je gevoel om te gaan.
Krijg je vaak te horen dat je je niet moet aanstellen, dat het wel mee valt, dat het wel weer goed komt of dat je maar moet denken aan de leuke dingen, dan worden dat strategieën die je later als volwassene ook toepast.
Wanneer je als kind het idee hebt opgedaan dat je een pijnlijk, vervelend of naar gevoel maar beter niet kunt voelen, dan is het gevolg daarvan dat je met je mind (je gedachtewereld) controle wilt uitoefenen op je gevoelswereld. Op latere leeftijd is het gevolg dat je dan worstelt met emoties, zoals gekwetstheid, verdriet, boosheid, angst, schaamte of jaloezie.
Door gevoelens weg te stoppen of negeren, bereik je dat je heel rationeel wordt en dat het contact met je eigen gevoelens langzaam steeds oppervlakkiger wordt. Rationele mensen hebben dat zelf niet zo door, omdat ze denken dat ze over gevoelens praten terwijl ze het eigenlijk over gedachten hebben. Een gevoel is er niet voor niks en geeft iets persoonlijks weer van jouw binnenwereld.